In het artikel ‘Lijfrente’ leggen we uit wat een lijfrente is. We onderscheiden hierbij de oud regime-lijfrente en de nieuw regime-lijfrente.

Oud regime

U heeft een oud regime lijfrente als:

• deze is afgesloten vóór 16 oktober 1990 tegen premiebetaling, of
• vóór 1 januari 1992 middels koopsom (storting ineens).

Met een oud regime lijfrente heeft u fiscaal meer mogelijkheden met uw lijfrente dan bij een nieuw regime lijfrente. Zo kunt u deze schenken aan bijvoorbeeld uw kinderen. Ook mag u zelf kiezen wanneer u deze in wilt laten gaan. U hoeft dus niet te wachten tot de AOW leeftijd. 

Een ander voordeel is dat u de lijfrente ook in één keer mag laten uitkeren. De uitkering wordt wel belast in box 1. Dit is niet altijd aantrekkelijk, omdat u dan in een hoger belastingtarief kunt komen. 

Nieuw regime

U heeft een nieuw regime lijfrente als deze is ingegaan:

• vanaf 1 januari 1992, of
• vanaf 15 oktober 1990 afgesloten en waarvan de premiebetaling na 1 januari 1992 is voortgezet.

Bij een nieuw regime lijfrente zijn de fiscale regels veel strenger. Waar u bij een oud regime lijfrente de gespaarde waarde ineens mag laten uitkeren, is dat bij een nieuw regime lijfrente niet toegestaan. Wilt u dit toch doen, dan betaalt u belastingheffing en een revisierente. Dit kan oplopen tot circa 70% van de opgebouwde waarde.

U zet meestal pas een nieuwe regime lijfrente om in een uitkerende lijfrente, als u de AOW leeftijd heeft bereikt.

Nieuw regime lijfrente laten uitkeren vóór uw AOW-leeftijd

Heeft u een nieuw regime lijfrente afgesloten vóór 2005, dan kunt u mogelijk gebruik maken van het overgangsrecht. U kunt dan de waarde per 31-12-2005 gebruiken als waarde voor een overbruggingslijfrente. Als u niets meer heeft ingelegd na die datum, dan mag u zelfs de gehele waarde gebruiken. Een overbruggingslijfrente is bedoeld om uw inkomen aan te vullen tijdens vroegpensioen. 

U kunt dan een tijdelijke uitkerende lijfrente afsluiten die loopt tot uiterlijk:

• het jaar waarin uw pensioen ingaat, of
• het jaar waarin u 65 wordt, of 
• het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt

De ingangsdatum is vrij te kiezen.

Wilt u uw nieuw regime lijfrente laten uitkeren vanaf 65 jaar,  in plaats van op uw AOW leeftijd? Dat is mogelijk als uw lijfrente onder de overgangsregeling van 2014 valt. U kunt dan de opgebouwde waarde per 31 december 2013 gebruiken als waarde voor een tijdelijke oudedagslijfrente. Als u sinds 31 december 2013 niets meer op uw lijfrente heeft ingelegd,  dan mag u de gehele waarde gebruiken.

Een tijdelijke oudedagslijfrente kent een looptijd van minimaal 5 jaar.

Fiscaal zijn er dus een aantal zeer grote verschillen in hoe en waarvoor de lijfrentes gebruikt kunnen worden. Op de website van de belastingdienst kunt u meer lezen over de fiscale regels.

Heeft u vragen over uw lijfrente, of wilt u er juist een afsluiten? Neemt u dan contact met ons op. Wij voorzien u graag van een passend advies.